In het tweede kwartaal van 2021 hebben veel minder bedrijven een beroep gedaan op de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) dan het kwartaal ervoor. Het aantal aanvragen voor de TVL lag tijdens het tweede kwartaal 44% lager dan tijdens het eerste kwartaal van dit jaar. Met deze coronasteunmaatregel kunnen ondernemers die minimaal 30% omzetverlies hebben steun aanvragen bij het betalen van de vaste lasten. Het loket voor het tweede kwartaal van dit jaar sloot op 20 augustus.
Tijdens het tweede kwartaal van dit jaar werd een aantal coronamaatregelen versoepeld en daalde het aantal TVL-aanvragen voor het eerst ten opzichte van het voorgaande kwartaal.
Eerste kwartaal 2021
In het eerste kwartaal van 2021 werd nog meer dan 113.000 keer een beroep op de TVL gedaan; in het tweede kwartaal daalde dat naar ruim 63.000. Ook het gemiddelde omzetverlies van de bedrijven die een aanvraag deden lag 7% lager dan tijdens het eerste kwartaal. Dit was onder andere te zien in de horecasector (-17%), detailhandel (-10%) en de dienstverlening categorie (-16%), waar onder meer kappers, schoonheidssalons en sauna’s onder vallen. Het totaal toegekende subsidiebedrag is bijna €2,4 miljard, tegenover €2,7 miljard in het eerste kwartaal.
Tegemoetkoming vaste lasten in Q2 uitgebreid
Het subsidiepercentage van de TVL was dit kwartaal voor het eerst verhoogd tot 100%. Ook konden ondernemers voor het eerst kiezen uit twee referentieperiodes, oftewel de periode waar de omzet in het betreffende kwartaal mee wordt vergeleken om het omzetverlies te bepalen. Hier worden met name ondernemers mee geholpen die door uiteenlopende omstandigheden, zoals een verbouwing, minder of geen omzet hebben gemaakt in de oorspronkelijke referentieperiode in 2019. Ruim 15.000 ondernemers kozen voor het alternatieve kwartaal in 2020. Dat is 24% van het totaal aantal aanvragen.
TVL Q3 opent 31 augustus
Ondernemers kunnen vanaf 31 augustus 08.00 uur een aanvraag indienen voor de TVL voor het derde kwartaal. We plaatsten hier eerder een nieuwsbericht over, deze vind je hier.
bron: Rijksoverheid