fddf

De oudedagsreserve

De oudedagsreserve

Als ondernemer kun je een oudedagsreserve opbouwen. Je kunt dit doen door elk jaar een deel van je winst op zij te zetten. Je hoeft over dat bedrag op dat moment geen belasting te betalen.  

Het vormen van een oudedagsreserve betekent niet dat je daadwerkelijk geld opzijzet. Het is een reservering van een deel van de winst. De reservering zorgt voor uitstel van belastingheffing over dat deel van de winst. Dit levert je op de korte termijn belastingvoordeel op. 

Er is een maximumbedrag dat je elk jaar opzij mag zetten. De toevoeging aan de oudedagsreserve over een kalenderjaar is 9,44% van de winst. Met in 2021 een maximum van € 9.395. Je kunt (een deel van) je oudedagsreserve omzetten in lijfrente. De premie is dan aftrekbaar. 

Wanneer kom je in aanmerking voor een oudedagsreserve?

1) Je bent ondernemer voor de inkomstenbelasting. 

Weet je niet zeker of je ondernemer voor de inkomstenbelasting bent? Doe dan hier de check.  

2) Je voldoet aan het urencriterium. 

Voor de oudedagsreserve moet je voldoen aan het urencriterium. Dat houdt in dat je ten minste 1225 uren per kalenderjaar besteedt aan werkzaamheden voor je onderneming. Door de coronacrisis kun je hier misschien niet aan voldoen. Hiervoor is tot 1 juli 2021 het urencriterium versoepeld (zie alinea: Versoepeling urencriterium). 

3) Aan het begin van het kalenderjaar heb je de AOW-leeftijd nog niet bereikt. 

Versoepeling urencriterium

De Belastingdienst heeft tot 1 juli 2021 het urencriterium versoepeld. De versoepeling van het urencriterium vervalt per 1 juli 2021. Van juli tot en met december 2021 moet je dus wel het urencriterium halen. 

Ook voor de periode van 1 maart 2020 tot 1 oktober 2020 geldt een versoepeling van het urencriterium. 

Arbeidsongeschikt?

Ben je (deels) arbeidsongeschikt? Voor de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid geldt een urencriterium van 800 uur per kalenderjaar. In dat geval mag je er voor je aangifte inkomstenbelasting van uitgaan dat je in die periode ten minste 16 uur per week aan je onderneming hebt besteed. 

Seizoengebonden ondernemer

Ben je een seizoengebonden ondernemer? En ligt de piek van je werkzaamheden normaal juist in de periode van 1 januari t/m 30 juni? Je mag dan uitgaan van hetzelfde aantal uren als in de piekperiode van 2019. Je moet deze uren wel aannemelijk kunnen maken.  

Is de oudedagsreserve voor mij gunstig?

Het vormen van de oudedagsreserve heeft tot gevolg dat de belastingheffing wordt verschoven naar de toekomst. In de jaren dat je een deel van de winst toevoegt aan je oudedagsreserve, betaal je minder belasting.  

Op enig moment valt deze reserve weer vrij en behoort de afname geheel tot je winst. Je betaalt dan meer belasting. Het is daardoor niet vooraf te zeggen of de reserve gunstig is. Laat je hierover goed adviseren door een van onze adviseurs.  

Einde steunpakketten voor banen en economie

Einde steunpakketten voor banen en economie

Het kabinet stopt per 1 oktober met de generieke steunmaatregelen die de afgelopen anderhalf jaar de Nederlandse economie zoveel mogelijk door de coronacrisis hebben geholpen. Dit betekent dat de regelingen NOW, TVL, Tozo, TONK en diverse fiscale maatregelen vanaf die datum niet worden verlengd.

De beperkende maatregelen zijn grotendeels opgeheven, de economie draait weer volop en de werkloosheid is laag. Doorgaan met de steun zou het economisch herstel in de weg zitten. Een aantal specifieke ondersteunende maatregelen blijft van kracht in het vierde kwartaal. Net als de aanvullende maatregelen gericht op omscholing en aanpassingsvermogen van de economie. Het kabinet is bezig met een regeling voor de nachthoreca die naar verwachting ook na 1 oktober nog verplicht gesloten is.

Respect

De regering heeft veel respect voor de veerkracht, de creativiteit en het doorzettingsvermogen van bedrijven, ondernemers, zzp’ers en werkenden tijdens deze uitzonderlijk moeilijke periode. Een zware tijd waarin complete sectoren tot stilstand kwamen en mensen soms afscheid moesten nemen van hun baan of bedrijf. Mede dankzij de steunpakketten voor banen en economie is het aantal faillissementen echter beperkt gebleven en zijn de werkloosheidscijfers laag. De economische cijfers zijn bemoedigend: het Centraal Planbureau gaat uit van een groei van 3,8% in 2021 en 3,2% in 2022.

Doorgaan met de generieke maatregelen uit het steunpakket verstoort dit herstel. Het oplopend tekort op de arbeidsmarkt is hiervoor een duidelijke aanwijzing. Daarom eindigt het steunpakket op 1 oktober 2021.

Het kabinet beseft dat de situatie voor sommige groepen de komende tijd nog moeilijk is. De nachthoreca is nog steeds verplicht gesloten. Daarnaast zijn er bedrijven die te maken hebben met een veranderde wereld ten opzicht van begin 2020. Daarom blijft in het vierde kwartaal een aantal ondersteunende regelingen van kracht, om de dynamiek op de arbeidsmarkt te bevorderen en om de aanpassing van de economie te bevorderen.

In totaal is ruim 80 miljard euro aan uitgaven voorzien sinds de invoering van het steunpakket in maart 2020.

Garantieregelingen

De corona-financieringsregelingen KKC, Qredits overbruggingskrediet, BMKB-C en GO-C blijven het gehele jaar van kracht om marktfinanciering te blijven faciliteren. Bedrijven die behoefte hebben aan liquiditeit, kunnen hierbij terecht. Ook het Garantiefonds Evenementen loopt door in het vierde kwartaal.

Belastingen

De mogelijkheid om uitstel van belastingbetaling aan te vragen stopt op 1 oktober, zoals eerder aangekondigd. Sinds het begin van de crisis hebben 369.000 ondernemers gebruikgemaakt van de mogelijkheid van belastinguitstel, voor een bedrag van €40,4 miljard. Een groot deel van de belastingschuld is inmiddels weer afgelost (€16,6 miljard) of verminderd als bijvoorbeeld de belastingaanslag niet goed is vastgesteld (€4,6 miljard). Per saldo staat op dit moment €19,2 miljard aan belastingschuld open en hier maken 270.000 ondernemers gebruik van.

Van ondernemers wordt verwacht dat zij vanaf 1 oktober 2021 weer gewoon belasting gaan betalen. De datum waarop ondernemers weer gaan terugbetalen, schoof eerder al op naar 1 oktober 2022 en hier is vijf jaar de tijd voor. Dit geldt voor alle schulden van ondernemers die wegens de coronacrisis uitstel van betaling hebben gekregen, dus ook de schulden waar de ondernemer geen verlenging voor heeft aangevraagd.

Een aantal andere belastingmaatregelen die wegens de coronacrisis genomen is, loopt door tot 1 januari 2022, zoals de onbelaste reiskostenvergoeding en de betaalpauze voor hypotheken. Daarnaast voert Nederland overleg met Duitsland en België om de afspraken over de belastingheffing van grenswerkers ook tot 1 januari 2022 voort te zetten.

Nachtclubs en disco’s

Het kabinet is, zoals eerder aangekondigd, bezig met een gerichte compensatieregeling voor nachtclubs en disco’s, als deze ook na 1 oktober niet open kunnen. Deze bedrijven zitten in een uitzonderlijke situatie omdat het de enige sector is die nog op last van de overheid volledig gesloten is. De uitvoering van zo’n gerichte regeling is zeer complex en vraagt veel van de uitvoeringsorganisaties. Daarom wordt scherp gekeken naar wat uitvoeringstechnisch en juridisch mogelijk is.

Beëindiging Tozo

Ondernemers die financiële ondersteuning nodig hebben, kunnen vanaf 1 oktober weer een beroep doen op de reguliere bijstand voor zelfstandigen (het Bbz). Om dit voor gemeenten uitvoerbaar te houden, heeft het kabinet besloten de uitvoering van de regeling tot eind dit jaar te vereenvoudigen. Dit betekent dat gemeenten geen vermogenstoets hoeven uit te voeren, dat ondernemers met terugwerkende kracht van maximaal twee maanden een Bbz-uitkering kunnen aanvragen en dat de gemeente het inkomen en de hoogte van de Bbz-uitkering per kalendermaand (in plaats van per boekjaar) vaststelt. Vanaf 1 januari 2022 voeren gemeenten het Bbz weer zonder wijzigingen uit.

Terugkeer Werktijdverkorting

De Werktijdverkorting (WTV) is vanwege de invoering van de NOW buiten werking gesteld. Na het stoppen van de NOW keert per 1 oktober de Werktijdverkorting (WTV) weer terug. Deze biedt ondersteuning aan werkgevers die worden getroffen door een buitengewone omstandigheid die niet tot het ondernemersrisico behoort. De geherintroduceerde WTV is nadrukkelijk niet bedoeld voor Corona-gerelateerde omstandigheden, het gaat om kortdurende buitengewone omstandigheden.

Aanvullend sociaal pakket

Het kabinet heeft met een aanvullend sociaal pakket extra middelen vrijgemaakt om mensen die als gevolg van de coronacrisis in onzekerheid zitten, nieuw perspectief te bieden.

Gemeenten, UWV en Regionale mobiliteitsteams helpen bij het zoeken naar nieuw werk, nieuwe bedrijfsactiviteiten en een inkomen. Met het aanbieden van intensieve begeleiding, loopbaanadvies en scholing via praktijkleren in het mbo. Hierbij helpen ze mensen met een bijstandsuitkering of ww, mensen voor wie ontslag dreigt vanwege faillissement van de organisatie, of zelfstandig ondernemers met een Tozo-uitkering op zoek naar werk. Gemeenten, scholen en regionale mobiliteitsteams helpen jongeren bij het zoeken naar werk of om door te leren. Er is ook hulp voor mensen die vanwege de crisis te maken hebben met financiële zorgen.

Eigen onderneming verduurzamen: van welke regelingen kun je gebruik maken in 2021 (en daarna)?

Eigen onderneming verduurzamen: van welke regelingen kun je gebruik maken in 2021 (en daarna)?

Je wil je onderneming graag verduurzamen. Maar van welke regelingen kun je dan gebruik maken? We zetten ze voor je op een rij.

1) Bedrijfspand 

Investeringssubsidie Duurzame Energie (ISDE) 

Ondernemers komen in aanmerking voor subsidie voor een zonneboiler, een warmtepomp, aansluiting op een warmtenet en voor kleinschalige windturbines en zonnepanelen. 

Energie-investeringsaftrek 

Het doel van de energie-investeringsaftrek (EIA) is het stimuleren van investeringen in energiebesparende bedrijfsmiddelen of in duurzame energie.  

Voor energiebesparende maatregelen kan je 45% van je investeringskosten aftrekken van je fiscale winst, waardoor je belastingvoordeel hebt. 

Vamil-regeling & Milieu-investeringsaftrek (MIA) 

De Vamil-regeling biedt belastingvoordeel als je je pand milieuvriendelijker maakt. Je kunt tot 75% van de investering op een willekeurig moment af schrijven.  

Met de MIA trek je tot 36% van de investeringskosten af van je fiscale winst in je belastingaangifte. 

 

2) Gasvrij 

Stimulering Duurzame Energieproductie 

De Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE++) subsidie kun je gebruiken voor het opwekken van hernieuwbare energie.  

Vamil-regeling & Milieu-investeringsaftrek (MIA) 

De Vamil-regeling biedt belastingvoordeel als je je pand milieuvriendelijker maakt. Je kunt tot 75% van de investering op een willekeurig moment af schrijven.  

Met de MIA trek je tot 36% van de investeringskosten af van je fiscale winst in je belastingaangifte. 

 

3) Circulaire economie 

Subsidie circulaire ketenprojecten 

De subsidie circulaire ketenprojecten kan interessant zijn als je, samen met andere ondernemers, materialen zoveel mogelijk wilt hergebruiken. Of wanneer je kiest voor bijvoorbeeld een circulair product of businessmodel. 

DEI+ circulaire economie 

Deze subsidieregeling is voor recycling van afval, hergebruik en biobased grondstoffen. Bij recycling van afval moet het gaan om afval die andere ondernemingen of particulieren produceren. Voor eigen afvalstromen krijg je geen subsidie.  

 

4) Wagenpark 

Subsidieregeling Emissieloze Bedrijfsauto’s (SEBA) 

Van 15 maart 2021 tot 31 december 2025 kun je in aanmerking komen voor een subsidie van 10% op de aanschafkosten van een nieuwe emissieloze bedrijfsauto. Het subsidiebedrag is maximaal € 5.000 voor iedere bedrijfsauto. 

Bijtelling elektrische-, zonnecel- en emissievrije auto’s 

Elektrische auto’s 

Ook in 2021 heb je recht op een korting op de bijtelling van elektrische auto’s. In 2020 was deze korting op de bijtelling nog 14%, dit jaar krijg je nog een korting van 10%.  

Er zit wel een maximumbedrag op de korting de je krijgt, ook wel de cap genoemd. In 2021 is de cap 40.000 euro wat betekent dat je maximaal een korting krijg van 10% van 40.000 ook al is de auto duurder. Het kabinet heeft een afbouwschema vastgelegd die ervoor moet zorgen dat de korting op de bijtelling in 2026 voor elektrische auto’s nul is. Dit komt doordat er steeds meer interesse is voor elektrische auto’s en daardoor de prijzen voor deze auto’s ook zakken.  

Emissievrije- en zonnecelauto’s 

Voor emissievrije- en zonnecelauto’s gelden dezelfde kortingen op de bijtelling en ook deze zullen stapsgewijs worden afgebouwd. Het verschil is dat er voor deze auto’s geen cap bestaat en dat de korting dus geldt voor de totale catalogusprijs en niet een gedeelte daarvan. Het verschil is groot en daardoor wordt het interessanter om te investeren in een auto met zonnecellen, tenminste, voordat de korting op de bijtelling op 0% komt te staan. 

Geen motorrijtuigenbelasting 

Voor elektrische bestelauto’s geldt ook dit jaar dat zij geen motorrijtuigenbelasting betalen. 

 

5) Stikstof- en PFAS regels 

Borgstelling MKB-kredieten 

Ben je voor minimaal 20% van je omzet misgelopen door de stikstof- of PFAS-crisis? Dan kun je gebruikmaken van dit krediet. 

 

6) Overige regelingen 

Regeling groenprojecten 

De overheid stimuleert met de Regeling groenprojecten groene investeringen in ontwikkelingen in milieutechnologie, circulaire economie en duurzame en innovatieve (bouw)projecten. Met de Regeling groenprojecten krijg je financiering bij banken als je gaat investeren in milieuprojecten of andere groene (bouw)projecten. Check ook of je met een groenverklaring in aanmerking komt voor een lagere rente. 

 

7) Subsidiewijzer 

Zie je door het bomen het bos niet meer met alle subsidies? Maak dan gebruik van de subsidiewijzer van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Met deze subsidiewijzer ontdek je welke regeling of subsidie jij als ondernemer kan aanvragen.  

Minder aanvragen TVL in tweede kwartaal 2021

Minder aanvragen TVL in tweede kwartaal 2021

In het tweede kwartaal van 2021 hebben veel minder bedrijven een beroep gedaan op de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) dan het kwartaal ervoor. Het aantal aanvragen voor de TVL lag tijdens het tweede kwartaal 44% lager dan tijdens het eerste kwartaal van dit jaar. Met deze coronasteunmaatregel kunnen ondernemers die minimaal 30% omzetverlies hebben steun aanvragen bij het betalen van de vaste lasten. Het loket voor het tweede kwartaal van dit jaar sloot op 20 augustus.

Tijdens het tweede kwartaal van dit jaar werd een aantal coronamaatregelen versoepeld en daalde het aantal TVL-aanvragen voor het eerst ten opzichte van het voorgaande kwartaal.

Eerste kwartaal 2021

In het eerste kwartaal van 2021 werd nog meer dan 113.000 keer een beroep op de TVL gedaan; in het tweede kwartaal daalde dat naar ruim 63.000. Ook het gemiddelde omzetverlies van de bedrijven die een aanvraag deden lag 7% lager dan tijdens het eerste kwartaal. Dit was onder andere te zien in de horecasector (-17%), detailhandel (-10%) en de dienstverlening categorie (-16%), waar onder meer kappers, schoonheidssalons en sauna’s onder vallen. Het totaal toegekende subsidiebedrag is bijna €2,4 miljard, tegenover €2,7 miljard in het eerste kwartaal.

Tegemoetkoming vaste lasten in Q2 uitgebreid

Het subsidiepercentage van de TVL was dit kwartaal voor het eerst verhoogd tot 100%. Ook konden ondernemers voor het eerst kiezen uit twee referentieperiodes, oftewel de periode waar de omzet in het betreffende kwartaal mee wordt vergeleken om het omzetverlies te bepalen. Hier worden met name ondernemers mee geholpen die door uiteenlopende omstandigheden, zoals een verbouwing, minder of geen omzet hebben gemaakt in de oorspronkelijke referentieperiode in 2019. Ruim 15.000 ondernemers kozen voor het alternatieve kwartaal in 2020. Dat is 24% van het totaal aantal aanvragen.

TVL Q3 opent 31 augustus

Ondernemers kunnen vanaf 31 augustus 08.00 uur een aanvraag indienen voor de TVL voor het derde kwartaal. We plaatsten hier eerder een nieuwsbericht over, deze vind je hier. 

bron: Rijksoverheid

Aanvraagloket TVL derde kwartaal geopend op 31 augustus

Aanvraagloket TVL derde kwartaal geopend op 31 augustus

Vanaf 31 augustus 2021 om 08:00 uur kunnen ondernemers de TVL over het derde kwartaal van 2021 aanvragen. Het aanvraagloket sluit op 26 oktober om 17:00 uur.

Tegemoetkoming Vaste Lasten

Voor een tegemoetkoming op basis van de TVL dienen ondernemers door de coronacrisis ten minste een omzetverlies van 30% te lijden. Het omzetverlies wordt bepaald door de omzet van het derde kwartaal van 2021 te vergelijken met de omzet van het derde kwartaal van 2019 of 2020, naar keuze van de ondernemer. De berekende vaste lasten dienen minimaal € 1.500 per kwartaal te bedragen. De vaste lasten worden berekend aan de hand van een sectorafhankelijk percentage van de omzet van de onderneming. De minimale subsidie bedraagt € 1.500. Grote ondernemingen kunnen maximaal € 600.000 ontvangen voor het derde kwartaal. In het tweede kwartaal was dit € 1,2 miljoen. Voor mkb-bedrijven bedraagt het maximum € 550.000.

Land- en tuinbouwsector

Voor de land- en tuinbouwsector geldt ook in het derde kwartaal een opslag op de TVL voor speciale kosten voor het in leven houden van dieren en gewassen. Deze opslag van 21% wordt bij het percentage vaste lasten geteld. De opslag kent een maximum van € 225.000 voor de gehele coronaperiode.

Maximum aan staatssteun

Een ondernemer mag in totaal niet meer dan € 1,8 miljoen aan staatssteun ontvangen. Als een onderneming bij de aanvraag voor de TVL over het derde kwartaal deze grens zou overschrijden, wordt de subsidie lager vastgesteld. Als met de TVL over het tweede kwartaal het maximum al is bereikt, wordt de aanvraag voor het derde kwartaal afgewezen.

Bron: Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

De Rechtbank staat een afwijking van ‘Besluit Uitsluiting Aftrek Omzetbelasting’ toe

Subsidieregeling Verduurzaming MKB

Ondernemers kunnen de omzetbelasting die in rekening wordt gebracht door andere ondernemers voor de levering van goederen en het verrichten van diensten in aftrek brengen. De aftrek is beperkt tot het gebruik van de afgenomen goederen en diensten voor met omzetbelasting belaste prestaties van de afnemer. Het Besluit Uitsluiting Aftrek Omzetbelasting (BUA) sluit de aftrek van voorbelasting uit in een aantal situaties. Zo is de aftrek uitgesloten van omzetbelasting die betrekking heeft op het aan het personeel van de ondernemer verlenen van huisvesting.

Bijzondere omstandigheden

Onder bijzondere omstandigheden kan het zijn dat het BUA toch niet van toepassing is en de omzetbelasting wel voor aftrek in aanmerking komt. De Hoge Raad heeft in een arrest uit 2020 het toetsingskader daarvoor geschetst. Dat komt erop neer dat de uitsluiting van aftrek van omzetbelasting niet van toepassing is als de bijzondere omstandigheden de ondernemer dwingen om de betreffende goederen of diensten af te nemen. De uitgaven voor de goederen of diensten dienen primair te worden gedaan in het belang van de onderneming en niet ten behoeve van het persoonlijke voordeel van de werknemer.

Bijzondere behoeften uitzendbureau

Volgens de rechtbank deden zich in het geval van een uitzendbureau, dat zich gedwongen zag om buitenlandse arbeidskrachten aan te trekken, de vereiste bijzondere omstandigheden voor. Vanwege de grote afstand tussen de woonplaatsen van de buitenlandse arbeidskrachten en de plaatsen van tewerkstelling zouden de buitenlandse arbeidskrachten niet voor het uitzendbureau willen werken als het bureau niet voor onderdak zou zorgen. Het uitzendbureau nam de kosten van huisvesting voor zijn rekening. De rechtbank vond aannemelijk dat het huren van onderkomens voor de buitenlandse arbeidskrachten primair werd opgeroepen door de bijzondere behoeften van het uitzendbureau. De buitenlandse arbeidskrachten hadden geen invloed op de plaats of het gebouw waar zij werden gehuisvest en evenmin op de samenstelling van het gezelschap waarmee zij de verblijfsruimten moesten delen.

In deze situatie is het BUA niet van toepassing op de huur van onderkomens. De rechtbank heeft de opgelegde naheffingsaanslag omzetbelasting en de beschikking belastingrente vernietigd.

Bron: Rechtbank | jurisprudentie

Subsidieregeling Verduurzaming MKB

Subsidieregeling Verduurzaming MKB
Wil je als mkb-ondernemer energie besparen en meer verduurzamen? De Subsidieregeling Verduurzaming MKB (SVM) helpt daarbij. Met deze subsidie kun je een gespecialiseerde adviseur inhuren voor energieadvies op maat. Het energieadvies geeft je inzicht in het verder verduurzamen van je onderneming en/of wagenpark.

Voor wie is deze regeling?

Deze subsidieregeling is voor mkb-ondernemingen die:

  • tot 250 werknemers (fte’s) in dienst hebben;
  • een jaaromzet van maximaal € 50 miljoen genereren;
  • 1 of meer bedrijfspanden bezitten of die een bedrijfspand (of ruimte daarin) huren;
  • niet onder de wettelijke energiebesparingsplicht vallen. Het bedrijfspand mag per jaar niet meer dan 25.000 maardgas(equivalent) en 50.000 kWh elektriciteit verbruiken.

80 % van de kosten met een maximum van € 2.500

De subsidie voor een energieadvies bedraagt 80% van de kosten, met een maximum van € 2.500 per bedrijfspand. De strekking van het energieadvies is om per bedrijf te bepalen wat de beste manier is om energie te besparen en de CO2-uitstoot te beperken van het bedrijfspand en van de bedrijfsvoering. Ook kan subsidie worden aangevraagd voor ondersteuning bij het uitvoeren van de maatregelen.

Regeling aanvragen

De regeling is opengesteld van 1 oktober 2021 tot en met 30 september 2022. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voert de regeling uit. Het budget voor deze subsidieregeling bedraagt € 28,2 miljoen. Je vraagt de regeling hier aan. 

Bron: Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Thuiswerkers lopen bij Google het risico op een lager salaris

Thuiswerkers lopen bij Google het risico op een lager salaris

We werken – met ‘behulp’ van de recente pandemie – vaker dan ooit thuis. Dat we na de coronacrisis weer volledig naar het kantoor zullen afreizen valt te betwijfelen. De meeste mensen bevalt het thuiswerken wel en daarom zullen er steeds meer hybride modellen van werken ontstaan.  

Grote techfirma’s zoals Spotify en Twitter maakt het überhaupt niet uit of je nog op kantoor komt. Twitter communiceerde vorig jaar al intern dat het niet uitmaakt of hun werknemers wel of niet naar kantoor komen. Spotify kondigde in maart een vergelijkbare ‘Work from Anywhere’ richtlijn aan.  

Van Amsterdam naar Noord-Groningen

Het thuiswerken brengt nieuwe kansen met zich mee. Het maakt niet meer uit of je kantoor in Amsterdam of Utrecht staat. En wat let je dan nog om te verhuizen naar Noord-Groningen op zoek naar rust, ruimte en natuur? 

Maar is dat eigenlijk wel helemaal eerlijk? In de randstad liggen de huizenprijzen hoger dan in Noord-Groningen en heb je dus met hetzelfde salaris meer te besteden dan je collega’s die in hartje Amsterdam wonen. 

Google

Google zal zich dit ook hebben afgevraagd. Persbureau Reuters kwam gisteren met het bericht dat Google werknemers – die ervoor kiezen om volledig thuis te (blijven) werken – minder betaald kunnen krijgen dan hun collega’s die wel naar kantoor blijven gaan. Het artikel van Reuters lees je hier. 

Afhankelijk van op welke locatie werknemers straks hun laptop openklappen kunnen zij een ander salaris ontvangen dan hun collega’s. Google gaat namelijk kijken naar waar hun werknemers wonen.

Werknemers die in een betaalbare regio wonen krijgen straks minder salaris gestort dan hun collega’s in een duurdere regio.

Werknemers die verder van Sillicon Valley af wonen verdienen dus straks minder dan hun collega’s die vlakbij kantoor gevestigd zijn. Dit geldt wel alleen voor de werknemers die ervoor kiezen om thuis te (blijven) werken. Kiezen zij er voor om wel naar kantoor te pendelen dan worden zij niet gekort.

Screenshots van een interne salaris calculator van Google – gezien door Reuters – laten zien dat werknemers die in Stamford (ongeveer een uur met de trein vanaf New York) 15% minder betaald krijgen als ze vanuit huis zouden werken. Dit terwijl een collega die in New York zelf woont en thuis werkt geen loonsvermindering zou krijgen.  

Twitter en Facebook

Google is niet de eerste werkgever in Sillicon Valley die met dit loonmodel komt. Grote bedrijven zoals Facebook en Twitter hanteren dit model al. Via de internetverbinding VPN, waarmee werknemers inloggen, en soms via zelfs het eigen sociale netwerk kan het bedrijf zien waar zijn werknemers uithangen. Frauderen zit er dus, volgens Zuckerberg, niet in.  

Dit zou betekenen dat, als we dit in Nederland zouden toepassen, verhuizen naar buiten de Randstad en vanuit daar remote werken helemaal niet voordeliger hoeft te zijn. Je krijgt dan immers ook minder betaald.  

Maar is dat eigenlijk wel goed uit te rekenen? Reuters bericht namelijk ook over werknemers die in Lake Tahoe (een regio buiten de stad San Francisco) wonen die er 25% minder verdienen dan hun collega’s in San Francisco. Terwijl de prijzen er gelijk zijn.  

Eerlijk? 

Je kunt je ook afvragen of dit werknemers in bepaalde gebieden nog wel stimuleert om de auto te laten staan. Het heen en weer reizen naar kantoor levert immers meer loon op dan het thuis werken. We kunnen ons niet voorstellen dat dit loonmodel binnenkort bij ons in de polder ook werkelijkheid wordt. Maar wat als dat wel zo zou zijn, is dat dan eerlijk? Tegen welke obstakels zou je aan lopen en zou je er dan nog voor kiezen om in Noord-Groningen te gaan wonen? 

Verlenging maximumvergoeding consumptief krediet

Verlenging maximumvergoeding consumptief krediet

In verband met de coronacrisis is de maximale kredietvergoeding voor consumptief krediet met ingang van 10 augustus 2020 tijdelijk verlaagd. De verlaging zou duren tot 1 september 2021. De minister van Financiën heeft de tijdelijke verlaging verlengd tot 1 juli 2022. De maximaal toegestane opslag op de wettelijke rente is in het besluit verlaagd van 12 naar 8 procentpunten.

Bij de huidige stand van de wettelijke rente van 2% bedraagt de maximale kredietvergoeding tijdelijk 10% op jaarbasis. De tijdelijke verlaging geldt niet voor bedragen die zijn geleend voor 10 augustus 2020.

Bron: Ministerie van Financiën

Loon tijdens de vakantie

Loon tijdens de vakantie
In het Burgerlijk Wetboek is bepaald, dat een werknemer gedurende zijn vakantie recht op loon behoudt. Van deze bepaling kan niet ten nadele van de werknemer worden afgeweken. De bepaling in het Burgerlijk Wetboek is bedoeld ter uitvoering van de Europese Arbeidstijdenrichtlijn. De Arbeidstijdenrichtlijn omvat verder geen expliciete regels over de hoogte van het loon waarop de werknemer tijdens vakantie recht heeft.

Drie belangrijke arresten over het vakantieloon

Het Hof van Justitie EU heeft drie belangrijke arresten gewezen over het loon tijdens vakantie.

Het eerste arrest

De strekking van het oudste arrest is dat de werknemer tijdens zijn vakantie zijn normale loon dient te ontvangen. \

Tweede arrest

In het tweede arrest was aan de orde hoe moet worden bepaald wat het normale loon van een werknemer is als dat loon uit verschillende componenten bestaat. Volgens het Hof van Justitie EU moet in een dergelijk geval een specifieke analyse worden uitgevoerd.

Alle vergoedingen die de werknemer ontvangt voor de uitvoering van de taken, die hem in de arbeidsovereenkomst zijn opgedragen, worden gerekend tot zijn globale beloning. De vergoeding van occasionele of bijkomende kosten, die worden gemaakt bij uitvoering van de taken, hoeven niet in aanmerking te worden genomen voor de berekening van het vakantieloon.

Derde arrest

In het derde arrest heeft het Hof van Justitie EU erop gewezen dat vergoedingen voor gemaakte overuren in beginsel geen deel uitmaken van het gewone loon waarop de werknemer tijdens zijn vakantie recht heeft. Dat is anders wanneer uit de arbeidsovereenkomst de verplichting voortvloeit om regelmatig overuren te maken en de vergoeding daarvoor een belangrijk onderdeel vormt van de totale beloning van de werknemer.

De rechtbank onderzocht in een procedure van een werknemer, die nabetaling van achterstallig salaris vorderde van zijn werkgever, of de werknemer op grond van de arbeidsovereenkomst of de cao verplicht was overuren te maken, die voorzienbaar en gebruikelijk waren. Dat was niet het geval.

Uit het gegeven dat de werknemer overwerk uitvoerde en uitvoert, kan volgens de rechtbank het bestaan van een verplichting daartoe niet worden afgeleid. De rechtbank stelde verder vast dat de omvang van het overwerk in een reeks van jaren zo sterk fluctueerde, dat het niet voorzienbaar en gebruikelijk was dat de werknemer overwerk verrichtte. De vordering tot nabetaling is afgewezen.

Bron: Rechtbank | jurisprudentie