fddf

Tijdelijke versoepeling bijstandverlening zelfstandigen

Tijdelijke versoepeling bijstandverlening zelfstandigen

Steun- en herstelpakket beëindigd

Het steun- en herstelpakket is per 1 oktober 2021 beëindigd. De Tozo (Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers) was onderdeel van dit steunpakket. De (Tozo) bood inkomensondersteuning voor levensonderhoud voor ondernemers, waaronder zzp’ers, die in de financiële problemen zaten door de coronacrisis. Ook kon je met de Tozo een lening voor bedrijfskapitaal afsluiten.

Bijstand voor zelfstandigen

Hoewel het aantal Tozo-gerechtigden is gedaald, doet naar verwachting een aanzienlijk deel van deze zelfstandigen in oktober 2021 een beroep op bijstand voor zelfstandigen. Het Besluit bijstandverlening zelfstandigen wordt daarom gewijzigd om problemen bij de uitvoering van de bijstand te voorkomen.

Wijzigingen Besluit bijstandverlening zelfstandigen

Een van de wijzigingen is de invoering van de tijdelijke mogelijkheid om bijstand met terugwerkende kracht aan te vragen. Deze mogelijkheid geldt voor zover de aanvraag betrekking heeft op het vierde kwartaal van 2021.

Daarnaast wordt voor deze periode het vermogen van nieuw instromende zelfstandigen buiten beschouwing gelaten. Dat geldt niet voor de toets op de levensvatbaarheid van het bedrijf. Met het einde van het steunpakket wil de regering niet langer het risico lopen om niet-levensvatbare bedrijven overeind te houden.

Voor zelfstandigen die tijdens het vierde kwartaal 2021 nieuw instromen in de bijstand geldt niet de gebruikelijke systematiek van vaststelling van het inkomen per boekjaar, maar per kalendermaand.

Ten slotte krijgt de minister van SZW de bevoegdheid om, als de omstandigheden daartoe aanleiding geven, de Tozo bij ministeriële regeling snel te kunnen herinvoeren. Met ingang van 1 januari 2022 wordt het Besluit bijstandverlening zelfstandigen weer onverkort uitgevoerd.

Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Besluit fiscale noodmaatregelen gewijzigd

Besluit fiscale noodmaatregelen gewijzigd

De staatssecretaris van Financiën heeft het Besluit fiscale noodmaatregelen aangepast. De aangepaste versie van het besluit bevat een tijdelijke aanvullende tegemoetkoming voor de regeling van belastinguitstel voor de periode van 1 oktober 2021 tot en met 31 januari 2022 én een aanpassing van de reikwijdte van de betalingsregeling. Twee reeds bestaande maatregelen zijn verlengd.

Tijdelijke aanvulling regeling uitstel van betaling

Onder strikte voorwaarden keurt de staatssecretaris goed dat de ontvanger ondernemers uitstel van betaling verleent tot en met 31 januari 2022 voor belastingen die betaald hadden moeten zijn in de periode van 1 oktober 2021 tot en met 31 januari 2022.

De regeling geldt op verzoek voor ondernemers met tijdelijke betalingsproblemen, die zijn veroorzaakt door de coronacrisis. De onderneming moet levensvatbaar zijn en de ondernemer moet hebben voldaan aan de aangifteplicht. Een verklaring van een derde-deskundige dat aan de voorwaarden is voldaan moet bij het verzoek worden gevoegd. Als de schuld lager is dan € 20.000 kan worden volstaan met een eigen verklaring.

Betalingsregeling voor opgebouwde belastingschuld

De staatssecretaris keurt goed dat de ontvanger een tot 1 oktober 2027 lopende betalingsregeling treft voor belastingen van ondernemers die uiterlijk 30 september 2021 betaald hadden moeten zijn. Voorwaarde is dat aan de ondernemer is toegezegd dat geen invorderingsmaatregelen zouden worden genomen.

De goedkeuring geldt ook voor ondernemers aan wie op grond van de tijdelijke aanvullende regeling uitstel van betaling is verleend voor belastingen van ondernemers die in de periode van 1 oktober 2021 tot en met 31 januari 2022 betaald hadden moeten zijn. Uitgangspunt is dat de belastingschuld wordt afgelost in 60 maandelijkse gelijke termijnen. Aflossing moet in oktober 2022 aanvangen. Gedurende de betalingsregeling dient de ondernemer zich stipt te houden aan nieuw opkomende fiscale verplichtingen. Twee reeds bestaande maatregelen zijn verlengd. Het betreft het laten doorlopen van onbelaste vaste reiskostenvergoedingen bij een gewijzigd reispatroon bij thuiswerken van werknemers en de vrijstelling van belastingheffing van bepaalde Duitse netto-uitkeringen, die worden betaald aan inwoners van Nederland die normaliter in Duitsland werken.

Verlenging onbelaste reiskostenvergoeding

Twee reeds bestaande maatregelen uit het Besluit fiscale noodmaatregelen zijn verlengd. Het betreft het laten doorlopen van onbelaste vaste reiskostenvergoedingen bij een gewijzigd reispatroon bij thuiswerken van werknemers. We plaatsen hier eerder een artikel over.  Daarnaast is de vrijstelling van belastingheffing van bepaalde Duitse netto-uitkeringen, die worden betaald aan inwoners van Nederland die normaliter in Duitsland werken, verlengd.

Lagere subsidiebedragen elektrische auto’s

Lagere subsidiebedragen elektrische auto’s

Het kabinet heeft besloten extra geld vrij te maken voor de (fiscale) stimulering van elektrische personenauto’s. De focus van deze stimulering verschuift van de zakelijke naar de particuliere markt.

Zakelijke markt

Voor de zakelijke markt geldt dat de verlaagde bijtelling niet extra wordt verhoogd. Wel wordt het plafond in de verlaagde bijtelling eerder verlaagd dan in het Klimaatakkoord was voorzien.

Particuliere markt

Om de overstap van particulieren naar een elektrische personenauto te stimuleren wordt het beschikbare budget naar voren gehaald. De komende drie jaar komt er € 90 miljoen voor particulieren bij. € 80 miljoen is bestemd voor de subsidiëring van nieuwe en € 10 miljoen voor de subsidiëring van gebruikte elektrische personenauto’s. De subsidiebedragen voor nieuwe auto’s dalen wel sneller dan eerder aangegeven.

De stimulering van nieuwe elektrische auto’s stopt per 1 januari 2025 in plaats van per 1 januari 2026.

   2022  2023  2024  2025
Oude bedragen € 3.700 € 3.350 € 2.950 € 2.550
Nieuwe bedragen € 3.350 € 2.950 € 2.550  –

 

Emissieloze bedrijfsauto’s

Het subsidiebudget voor emissieloze bedrijfsauto’s wordt met in totaal € 28 miljoen verhoogd om mkb’ers, die de komende jaren een keuze maken voor een nieuwe bedrijfsauto in die richting te stimuleren.

Subsidiepot voor 2021 is leeg

We plaatsten eerder dit jaar in een artikel dat de subsidiepot voor de aanschaf van een nieuwe elektrische auto dit jaar leeg is. In september kwam daar het nieuws bij dat ook voor de aanschaf van een tweedehands elektrische auto de pot leeg was.

De subsidieregeling loopt door tot 1 juli 2025. Particulieren, die een (gebruikte) elektrische personenauto willen kopen of leasen, moeten wachten tot begin 2022 als zij in aanmerking willen komen voor de subsidie. Dan is het nieuwe subsidiebudget van € 18,3 miljoen beschikbaar.

Bron: Overig | publicatie

Garantieregeling evenementen vierde kwartaal 2021

Garantieregeling evenementen vierde kwartaal 2021

In juni 2021 is de garantieregeling voor evenementen (TRSEC) in werking getreden. De regeling geldt voor zakelijke, sport- en publieksevenementen. De regeling compenseert organisatoren voor gemaakte kosten. Deze regeling loopt door tot het einde van 2021. Aanvankelijk bestond de compensatie voor 80% uit een gift en voor 20% uit een lening.

100% een gift

Met ingang van 9 juli is dit gewijzigd in een 100% gift voor evenementen, die zouden plaatsvinden tot 25 september maar door de overheidsmaatregelen niet door konden gaan. Deze verruiming moet nog door de Europese Commissie worden goedgekeurd.

Aanvullende tegemoetkoming

Naast de garantieregeling is een aanvullende tegemoetkoming voor evenementen (ATE) toegezegd, met een budget van € 120 miljoen. De ATE is bedoeld voor evenementen die door de evenementenverboden niet konden doorgaan en niet voldeden aan de voorwaarden van de TRSEC.

Dit betreft zowel grote, professioneel georganiseerde evenementen als kleinere, lokale evenementen. De ATE kent een minimumbedrag van € 2.500 voor gemaakte kosten. De ATE is nog niet uitgewerkt, maar wordt naar verwachting eind vierde kwartaal gepubliceerd na goedkeuring door de Europese Commissie.

Contouren tegemoetkoming vierde kwartaal

Voor evenementen die door de nu nog geldende maatregelen niet op volledige capaciteit kunnen doorgaan biedt het kabinet een tegemoetkoming. De regeling is bedoeld voor activiteiten die binnen plaatsvinden en waarbij ten minste een deel van de bezoekers geen vaste zitplaats heeft. Voor de regeling gelden de volgende uitgangspunten:

  • De regeling geldt voor professionele organisatoren.
  • Het gaat om evenementen waar een culturele component centraal staat.
  • Zalen en evenementen met de vergunde capaciteit van ten minste 300 personen komen in aanmerking voor een tegemoetkoming.
  • De toegestane capaciteit vanaf 25 september van een zaal of evenement wordt berekend op 75% van de vergunde capaciteit.
  • Mocht een evenement meer dan 75% van de hierboven genoemde capaciteit hebben verkocht, dan kan de organisator een aanvraag voor een tegemoetkoming doen.
  • De tegemoetkoming bestaat uit het vergoeden van de niet-verkochte kaartjes tot 100% van de capaciteit.
  • De regeling wordt zo snel mogelijk gepubliceerd in de Staatscourant en geldt met terugwerkende kracht vanaf 25 september.

Tarief verhuurderheffing wordt verlaagd

Tarief verhuurderheffing wordt verlaagd

Naar aanleiding van een motie van de Tweede Kamer heeft het kabinet besloten dat in de sociale sector in 2021 geen huurverhoging mag worden toegepast. Woningcorporaties en grotere particuliere verhuurders worden daarvoor gecompenseerd door een verlaging van het tarief van de verhuurderheffing. De totale verlaging van de verhuurderheffing bedraagt € 180 miljoen per 1 januari 2022. Het tarief gaat van 0,527 naar 0,485% van het belastbare bedrag.

Wanneer krijg je te maken met verhuurderheffing?

Je krijgt te maken met de verhuurderheffing als je meer dan 50 huurwoningen bezit waarvan de maandelijkse huurprijs niet hoger is dan de huurtoeslaggrens. Dit geldt voor zowel woningcorporaties als particuliere verhuurders van sociale huurwoningen.

Overschrijdingen budget

In de wet is nu bepaald dat de bedragen van de heffingsverminderingen ieder kwartaal kunnen worden gewijzigd. Op grond van deze bepaling kunnen de bedragen op nihil worden gesteld als het gebruik van de heffingsverminderingen groter blijkt dan waar in de begroting rekening mee is gehouden.

Voorgesteld wordt om de wijziging van bedragen, waaronder het op nihil stellen daarvan, per maand mogelijk te maken in plaats van per kwartaal. De kans op overschrijdingen van het budget wordt hierdoor verkleind. Een aanpassing van de bedragen van de heffingsvermindering moet meer dan een maand van tevoren worden aangekondigd in verband met de rechtszekerheid voor de aanvragers.

Verhuurderheffing ter discussie

De verhuurderheffing werd tijdens de economische crisis in 2013 ingevoerd als crisismaatregel. De woningcorporaties maakten destijds veel winst en daarom werd het gezien als een goede manier om meer overheidsinkomsten te genereren. PvdA, GroenLinks en andere partijen willen de verhuurderheffing nu volledig afschaffen. Zij vinden de crisismaatregel nu een belemmering in het bouwen en verduurzamen van sociale huurwoningen.

Bron: Ministerie van Financiën

Per 2022 gerichte vrijstelling thuiswerkkosten

Per 2022 gerichte vrijstelling thuiswerkkosten

Koffie en stroom

Er komt een gerichte vrijstelling in de werkkostenregeling voor de vergoeding van thuiswerkkosten van € 2 per thuiswerkdag. Het betreft de kosten van extra water- en elektriciteitsverbruik, verwarming, koffie, thee en toiletpapier. Voor de kosten van het inrichten van een werkplek thuis bestaan al gerichte vrijstellingen.

Thuiswerkkostenvergoeding en reiskostenvergoeding niet tegelijkertijd

Voor een werkdag kunnen niet tegelijkertijd de vrijstelling voor een thuiswerkkostenvergoeding en de vrijstelling voor een reiskostenvergoeding woon-werkverkeer naar de vaste werkplek worden toegepast. Wel kan naast de thuiswerkkostenvergoeding een zakelijke reis naar een andere plek dan de vaste werkplek worden vergoed op dezelfde dag.

Reiskostenvergoeding

Als een werknemer ten minste 128 dagen per kalenderjaar naar een vaste werkplek reist, mag de werkgever een vaste onbelaste reiskostenvergoeding geven alsof de werknemer 214 dagen per kalenderjaar naar die vaste werkplek reist.

Thuiswerkvergoeding

Voor de thuiswerkkostenvergoeding komt een vergelijkbare regeling. De 128 dagenregeling voor de vaste reiskostenvergoeding wordt wel aangepast. Nu is het mogelijk dat een werknemer, die op drie werkdagen per week naar zijn vaste werkplek reist en de andere twee werkdagen thuis werkt, voor die twee thuiswerkdagen de onbelaste reiskostenvergoeding behoudt. Met ingang van 2022 wordt de 128 dagenregeling zowel voor de vaste reiskostenvergoeding als voor de thuiswerkkostenvergoeding pro rata toegepast als structureel wordt thuisgewerkt.

Voorwaarden gerichte vrijstelling thuiswerkkostenvergoeding

  • De werkgever wijst de thuiswerkkostenvergoeding aan als eindheffingsloon voor de werkkostenregeling.
  • Het bedrag is niet meer dan € 2 per thuisgewerkte dag of een deel daarvan.

Vergoedt de werkgever méér dan het maximumbedrag, dan zal hij het bovenmatige deel via de vrije ruimte moeten belasten.

Vrije ruimte

Op dit moment is een thuiswerkvergoeding alleen onbelast te geven als de werkgever die als eindheffingsloon ten laste van de vrije ruimte brengt. Je leest er meer over in dit artikel. 

Bron: Ministerie van Financiën

Terugvragen btw ander EU-land

Terugvragen btw ander EU-land

Ben je ondernemer en heb je in 2020 in een ander EU-land btw betaald? Dan kun je deze btw terugvragen wanneer je in dat land geen aangifte doet. Een verzoek om teruggaaf over 2020 moet voor 1 oktober 2021 zijn ingediend. Dat kan via de website van de Belastingdienst.

Verzoeken die later binnenkomen worden mogelijk niet meer in behandeling genomen. Voor een verzoek om teruggaaf zijn inloggegevens nodig. Wanneer het een eerste verzoek om teruggaaf van btw uit een ander EU-land betreft, moeten inloggegevens worden aangevraagd. Volgens de Belastingdienst kan het tot vier weken duren voordat de inloggegevens worden verstuurd.

Voorwaarden verzoek teruggaaf

Om btw uit een ander EU-land terug te vragen moet aan een aantal voorwaarden zijn voldaan:

  • de onderneming is in Nederland gevestigd;
  • de btw heeft betrekking op goederen en diensten die voor met btw belaste bedrijfsactiviteiten worden gebruikt;
  • de onderneming doet in het EU-land, waar de btw wordt teruggevraagd, geen aangifte voor de btw. Doet de onderneming in het buitenland wel aangifte, dan kan de btw daar als voorbelasting in aftrek worden gebracht.

Verzoek om teruggaaf niet mogelijk

Een verzoek om teruggaaf van btw uit een ander EU-land is niet mogelijk als:
• geen sprake is van ondernemerschap voor de btw; of
• de onderneming uitsluitend vrijgestelde prestaties verricht.

Behandeling verzoek

De Belastingdienst van het EU-land waar de btw wordt teruggevraagd reageert binnen vier maanden bij beschikking op het verzoek om teruggaaf. Een verzoek kan geheel of gedeeltelijk worden goedgekeurd of afgekeurd worden. Als het verzoek wordt goedgekeurd, volgt de betaling uiterlijk binnen tien werkdagen na afloop van de termijn van vier maanden.

Drempelbedragen

Voor een verzoek om teruggaaf van buitenlandse btw gelden drempelbedragen. Voor een verzoek over een heel kalenderjaar of het resterende deel van een kalenderjaar geldt een drempelbedrag van € 50. Voor een verzoek over minder dan een kalenderjaar maar over ten minste drie maanden geldt een drempelbedrag van € 400.

Bijlagen bij verzoek

Afhankelijk van het EU-land waar btw wordt teruggevraagd moeten mogelijk facturen of invoerdocumenten worden meegestuurd. Op de website van de Belastingdienst is te vinden welke vereisten gelden per EU-land. Omvat een verzoek om teruggaaf een creditfactuur, dan moeten er mintekens voor het factuurbedrag en het btw-bedrag worden geplaatst zonder spatie tussen het minteken en het bedrag. Een creditfactuur die betrekking heeft op een factuur die in een eerder verzoek om teruggaaf is meegenomen moet aan het eerstvolgende verzoek om teruggaaf worden toegevoegd.

Bron: Belastingdienst

Welke kosten mag ik aftrekken bij het kopen van een eigen woning?

Welke kosten mag ik aftrekken bij het kopen van een eigen woning?

Heb je een huis gekocht en ga je hier ook zelf in wonen? Dan kun bepaalde kosten die je maakt bij de aanschaf van het huis aftrekken van de inkomstenbelasting. Dit kunnen jaarlijkse kosten zijn zoals de hypotheekrente of erfpacht of eenmalige kosten zoals de notariskosten of taxatiekosten.  

Hypotheek of lening 

Houd er rekening mee dat je alleen de rente en kosten mag aftrekken voor je eigenwoningschuld. Dat is het deel van je hypotheek of lening dat gaat over je eigen woning.  

De onderstaande kosten mag je in 1 keer aftrekken in de belastingaangifte over het jaar waarin je de kosten hebt betaald. 

  • advies- en bemiddelingskosten hypotheekadviseur;
  • bereidstellingsprovisie; 
  • notariskosten;
  • kadastrale rechten voor de hypotheekakte; 
  • taxatiekosten voor het krijgen van de lening;
  • kosten voor de aanvraag van de Nationale Hypotheek Garantie;
  • boeterente;
  • bouwrente die je betaalde ná het tekenen van het voorlopig koopcontract, maar vóór het tekenen van de hypotheekakten;
  • kosten voor nieuwbouwdepot of verbouwingslening of verbouwingsdepot.

Rente 

Je mag de rente over je hypotheek of lening aftrekken als je voldoet aan een aantal voorwaarden. Meer weten? Ga dan naar de website van de Rijksoverheid. 

Erfpacht, opstal of beklemming 

Staat je woning op grond die niet van jezelf is en betaal je hier, bijvoorbeeld, maandelijks erfpacht voor? Dan zijn deze kosten ook aftrekbaar.   

De volgende kosten zijn hierbij niet aftrekbaar: 

  • de premie voor een opstalverzekering;
  • afkoopsommen voor de periodieke betalingen voor erfpacht, opstal of beklemming;
  • als je de rechten van erfpacht, opstal of beklemming afkoopt, is de rente over de lening die je afsluit om de afkoopsom te financieren, meestal wel aftrekbaar;
  • premies voor een kapitaalverzekering eigen woning;
  • overgemaakte bedragen naar een spaarrekening eigen woning;
  • notariskosten voor de her uitgifte van erfpacht.

Monumentenpand 

Eigenaar van een monumentenpand? Dan mag je helaas geen onderhoudskosten of kosten voor modernisering meer aftrekken. Tot 1 januari 2019 kon dit nog wel. 

Als vervanging kun je jaarlijks tussen 1 maart en 30 april wel een subsidie aanvragen voor deze instandhoudingswerkzaamheden. Meer informatie over deze woonhuissubsidie vind je op de website van Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. 

De oudedagsreserve

De oudedagsreserve

Als ondernemer kun je een oudedagsreserve opbouwen. Je kunt dit doen door elk jaar een deel van je winst op zij te zetten. Je hoeft over dat bedrag op dat moment geen belasting te betalen.  

Het vormen van een oudedagsreserve betekent niet dat je daadwerkelijk geld opzijzet. Het is een reservering van een deel van de winst. De reservering zorgt voor uitstel van belastingheffing over dat deel van de winst. Dit levert je op de korte termijn belastingvoordeel op. 

Er is een maximumbedrag dat je elk jaar opzij mag zetten. De toevoeging aan de oudedagsreserve over een kalenderjaar is 9,44% van de winst. Met in 2021 een maximum van € 9.395. Je kunt (een deel van) je oudedagsreserve omzetten in lijfrente. De premie is dan aftrekbaar. 

Wanneer kom je in aanmerking voor een oudedagsreserve?

1) Je bent ondernemer voor de inkomstenbelasting. 

Weet je niet zeker of je ondernemer voor de inkomstenbelasting bent? Doe dan hier de check.  

2) Je voldoet aan het urencriterium. 

Voor de oudedagsreserve moet je voldoen aan het urencriterium. Dat houdt in dat je ten minste 1225 uren per kalenderjaar besteedt aan werkzaamheden voor je onderneming. Door de coronacrisis kun je hier misschien niet aan voldoen. Hiervoor is tot 1 juli 2021 het urencriterium versoepeld (zie alinea: Versoepeling urencriterium). 

3) Aan het begin van het kalenderjaar heb je de AOW-leeftijd nog niet bereikt. 

Versoepeling urencriterium

De Belastingdienst heeft tot 1 juli 2021 het urencriterium versoepeld. De versoepeling van het urencriterium vervalt per 1 juli 2021. Van juli tot en met december 2021 moet je dus wel het urencriterium halen. 

Ook voor de periode van 1 maart 2020 tot 1 oktober 2020 geldt een versoepeling van het urencriterium. 

Arbeidsongeschikt?

Ben je (deels) arbeidsongeschikt? Voor de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid geldt een urencriterium van 800 uur per kalenderjaar. In dat geval mag je er voor je aangifte inkomstenbelasting van uitgaan dat je in die periode ten minste 16 uur per week aan je onderneming hebt besteed. 

Seizoengebonden ondernemer

Ben je een seizoengebonden ondernemer? En ligt de piek van je werkzaamheden normaal juist in de periode van 1 januari t/m 30 juni? Je mag dan uitgaan van hetzelfde aantal uren als in de piekperiode van 2019. Je moet deze uren wel aannemelijk kunnen maken.  

Is de oudedagsreserve voor mij gunstig?

Het vormen van de oudedagsreserve heeft tot gevolg dat de belastingheffing wordt verschoven naar de toekomst. In de jaren dat je een deel van de winst toevoegt aan je oudedagsreserve, betaal je minder belasting.  

Op enig moment valt deze reserve weer vrij en behoort de afname geheel tot je winst. Je betaalt dan meer belasting. Het is daardoor niet vooraf te zeggen of de reserve gunstig is. Laat je hierover goed adviseren door een van onze adviseurs.  

Einde steunpakketten voor banen en economie

Einde steunpakketten voor banen en economie

Het kabinet stopt per 1 oktober met de generieke steunmaatregelen die de afgelopen anderhalf jaar de Nederlandse economie zoveel mogelijk door de coronacrisis hebben geholpen. Dit betekent dat de regelingen NOW, TVL, Tozo, TONK en diverse fiscale maatregelen vanaf die datum niet worden verlengd.

De beperkende maatregelen zijn grotendeels opgeheven, de economie draait weer volop en de werkloosheid is laag. Doorgaan met de steun zou het economisch herstel in de weg zitten. Een aantal specifieke ondersteunende maatregelen blijft van kracht in het vierde kwartaal. Net als de aanvullende maatregelen gericht op omscholing en aanpassingsvermogen van de economie. Het kabinet is bezig met een regeling voor de nachthoreca die naar verwachting ook na 1 oktober nog verplicht gesloten is.

Respect

De regering heeft veel respect voor de veerkracht, de creativiteit en het doorzettingsvermogen van bedrijven, ondernemers, zzp’ers en werkenden tijdens deze uitzonderlijk moeilijke periode. Een zware tijd waarin complete sectoren tot stilstand kwamen en mensen soms afscheid moesten nemen van hun baan of bedrijf. Mede dankzij de steunpakketten voor banen en economie is het aantal faillissementen echter beperkt gebleven en zijn de werkloosheidscijfers laag. De economische cijfers zijn bemoedigend: het Centraal Planbureau gaat uit van een groei van 3,8% in 2021 en 3,2% in 2022.

Doorgaan met de generieke maatregelen uit het steunpakket verstoort dit herstel. Het oplopend tekort op de arbeidsmarkt is hiervoor een duidelijke aanwijzing. Daarom eindigt het steunpakket op 1 oktober 2021.

Het kabinet beseft dat de situatie voor sommige groepen de komende tijd nog moeilijk is. De nachthoreca is nog steeds verplicht gesloten. Daarnaast zijn er bedrijven die te maken hebben met een veranderde wereld ten opzicht van begin 2020. Daarom blijft in het vierde kwartaal een aantal ondersteunende regelingen van kracht, om de dynamiek op de arbeidsmarkt te bevorderen en om de aanpassing van de economie te bevorderen.

In totaal is ruim 80 miljard euro aan uitgaven voorzien sinds de invoering van het steunpakket in maart 2020.

Garantieregelingen

De corona-financieringsregelingen KKC, Qredits overbruggingskrediet, BMKB-C en GO-C blijven het gehele jaar van kracht om marktfinanciering te blijven faciliteren. Bedrijven die behoefte hebben aan liquiditeit, kunnen hierbij terecht. Ook het Garantiefonds Evenementen loopt door in het vierde kwartaal.

Belastingen

De mogelijkheid om uitstel van belastingbetaling aan te vragen stopt op 1 oktober, zoals eerder aangekondigd. Sinds het begin van de crisis hebben 369.000 ondernemers gebruikgemaakt van de mogelijkheid van belastinguitstel, voor een bedrag van €40,4 miljard. Een groot deel van de belastingschuld is inmiddels weer afgelost (€16,6 miljard) of verminderd als bijvoorbeeld de belastingaanslag niet goed is vastgesteld (€4,6 miljard). Per saldo staat op dit moment €19,2 miljard aan belastingschuld open en hier maken 270.000 ondernemers gebruik van.

Van ondernemers wordt verwacht dat zij vanaf 1 oktober 2021 weer gewoon belasting gaan betalen. De datum waarop ondernemers weer gaan terugbetalen, schoof eerder al op naar 1 oktober 2022 en hier is vijf jaar de tijd voor. Dit geldt voor alle schulden van ondernemers die wegens de coronacrisis uitstel van betaling hebben gekregen, dus ook de schulden waar de ondernemer geen verlenging voor heeft aangevraagd.

Een aantal andere belastingmaatregelen die wegens de coronacrisis genomen is, loopt door tot 1 januari 2022, zoals de onbelaste reiskostenvergoeding en de betaalpauze voor hypotheken. Daarnaast voert Nederland overleg met Duitsland en België om de afspraken over de belastingheffing van grenswerkers ook tot 1 januari 2022 voort te zetten.

Nachtclubs en disco’s

Het kabinet is, zoals eerder aangekondigd, bezig met een gerichte compensatieregeling voor nachtclubs en disco’s, als deze ook na 1 oktober niet open kunnen. Deze bedrijven zitten in een uitzonderlijke situatie omdat het de enige sector is die nog op last van de overheid volledig gesloten is. De uitvoering van zo’n gerichte regeling is zeer complex en vraagt veel van de uitvoeringsorganisaties. Daarom wordt scherp gekeken naar wat uitvoeringstechnisch en juridisch mogelijk is.

Beëindiging Tozo

Ondernemers die financiële ondersteuning nodig hebben, kunnen vanaf 1 oktober weer een beroep doen op de reguliere bijstand voor zelfstandigen (het Bbz). Om dit voor gemeenten uitvoerbaar te houden, heeft het kabinet besloten de uitvoering van de regeling tot eind dit jaar te vereenvoudigen. Dit betekent dat gemeenten geen vermogenstoets hoeven uit te voeren, dat ondernemers met terugwerkende kracht van maximaal twee maanden een Bbz-uitkering kunnen aanvragen en dat de gemeente het inkomen en de hoogte van de Bbz-uitkering per kalendermaand (in plaats van per boekjaar) vaststelt. Vanaf 1 januari 2022 voeren gemeenten het Bbz weer zonder wijzigingen uit.

Terugkeer Werktijdverkorting

De Werktijdverkorting (WTV) is vanwege de invoering van de NOW buiten werking gesteld. Na het stoppen van de NOW keert per 1 oktober de Werktijdverkorting (WTV) weer terug. Deze biedt ondersteuning aan werkgevers die worden getroffen door een buitengewone omstandigheid die niet tot het ondernemersrisico behoort. De geherintroduceerde WTV is nadrukkelijk niet bedoeld voor Corona-gerelateerde omstandigheden, het gaat om kortdurende buitengewone omstandigheden.

Aanvullend sociaal pakket

Het kabinet heeft met een aanvullend sociaal pakket extra middelen vrijgemaakt om mensen die als gevolg van de coronacrisis in onzekerheid zitten, nieuw perspectief te bieden.

Gemeenten, UWV en Regionale mobiliteitsteams helpen bij het zoeken naar nieuw werk, nieuwe bedrijfsactiviteiten en een inkomen. Met het aanbieden van intensieve begeleiding, loopbaanadvies en scholing via praktijkleren in het mbo. Hierbij helpen ze mensen met een bijstandsuitkering of ww, mensen voor wie ontslag dreigt vanwege faillissement van de organisatie, of zelfstandig ondernemers met een Tozo-uitkering op zoek naar werk. Gemeenten, scholen en regionale mobiliteitsteams helpen jongeren bij het zoeken naar werk of om door te leren. Er is ook hulp voor mensen die vanwege de crisis te maken hebben met financiële zorgen.