fddf

Uitstel betaling belastingschulden wederom verlengd

Uitstel betaling belastingschulden wederom verlengd

Ondernemers met betalingsproblemen vanwege de coronacrisis kunnen bijzonder uitstel van betaling aanvragen voor verschillende belastingen. De belastingen waarvoor je bijzonder uitstel krijgt hoef je met deze regeling dus niet te betalen. Het is wel belangrijk om op tijd aangifte te blijven doen. Eerder dit jaar werd er al bekend dat het versoepeld uitstelbeleid belastingschulden werd verlengd tot 1 juli 2021.

Nu verlenging tot 1 oktober

Ondernemers krijgen nu nog drie maanden extra uitstel van het betalen van belastingen. Staatssecretaris Vijlbrief volgt daarmee een uitspraak van de Tweede Kamer. Het uitstel wat aanvankelijk op aanstaande donderdag 1 juli 2021 af liep wordt nu verlengd naar 1 oktober 2021.

Wanneer start de aflossing?

De aflossing start uiterlijk op 1 oktober 2022. De aflossingstermijn bedraagt 60 maanden. Ondernemers die eerder een aanvraag voor drie maanden hadden ingediend en na deze drie maanden niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen, dienen zélf om verlenging van het uitstel te vragen. Doen ze dit niet, dan lopen ze het risico om uitgesloten te worden voor de betalingsregeling van 60 maanden.

Wijziging wetsvoorstel excessief lenen

Wijziging wetsvoorstel excessief lenen

Op 17 juni 2020 is het wetsvoorstel Wet excessief lenen bij eigen vennootschap ingediend bij de Tweede Kamer. Tijdens Prinsjesdag 2018 is deze maatregel al bekend gemaakt. Met deze wet wil de wetgever het bovenmatig lenen bij eigen vennootschap ontmoedigen. De maatregel treedt op 1 januari 2023 in werking.

Wat houdt het wetsvoorstel precies in?

Het wetsvoorstel houdt, kort gezegd, in dat je vanaf 2023 als aanmerkelijkbelanghouder samen met je partner nog tot 500.000 euro onbelast kunt lenen van je eigen vennootschap(pen). Een uitzondering geldt voor de financiering van je eigen woning.

Leen je samen met je partner meer dan 500.000 euro dan wordt het meerdere vanaf 2023 belast met de inkomstenbelasting alsof het een dividenduitkering is. Het eerste toets moment om te beoordelen of er sprake is van bovenmatige schuld is op 31 december 2023. Je hebt nog tot dat moment de tijd om bovenmatige schulden af te lossen.

Het maakt niet uit waarvoor de aanmerkelijkbelanghouder de schulden gebruikt. De excessief-lenenmaatregel geldt dus ook in de situatie waarin sprake is van zogenoemde gedekte schulden, zoals schulden waar bijvoorbeeld door recht van hypotheek bezittingen tegenover staan die meer waard zijn dan de hoogte van de schuld.

Wijzigingen

Het wetsvoorstel kon vorig jaar op stevige kritiek rekenen. Aan veel bezwaren komt de Staatssecretaris van Financiën niet tegemoet. Hij heeft echter wel een aantal aanpassingen gedaan aan het voorstel Wet excessief lenen bij eigen vennootschap.

Schulden partner

In de nota van wijziging wordt geregeld dat bij de bepaling van het bedrag aan schulden aan de vennootschap van een met de aanmerkelijkbelanghouder verbonden persoon ook rekening wordt gehouden met de schulden van diens partner. Verbonden personen zijn de bloed- en aanverwanten in de rechte lijn van de aanmerkelijkbelanghouder of zijn of haar partner. Denk hierbij aan (groot)ouders of (klein)kinderen. De mogelijkheden om de grondslag van de maatregel uit te hollen worden hierdoor beperkt.

Vervreemdingsvoordeel

Deze nota van wijziging voorziet in een verlaging van de grondslag voor de conserverende aanslag met het bedrag dat als negatief fictief regulier voordeel in aanmerking zou zijn genomen als de aanmerkelijkbelanghouder de werkelijke leiding niet zou hebben verplaatst en zijn schulden zou hebben afgelost. Hierdoor wordt niet alleen bij emigratie van de aanmerkelijkbelanghouder, maar ook bij verplaatsing van de werkelijke leiding van de vennootschap uit Nederland economische dubbele heffing voorkomen. Als een buitenlandse belastingplichtige een aanmerkelijk belang heeft in meerdere vennootschappen in Nederland, zal de verplaatsing van de werkelijke leiding van één van deze vennootschappen uit Nederland niet tot gevolg hebben dat de belastingplichtige geen aanmerkelijk belang meer heeft in een in Nederland gevestigde vennootschap.

Overgangsrecht

Onder de nieuwe wet wordt uitstel van betaling van een conserverende aanslag voor de inkomstenbelasting mede beëindigd als een positief fictief regulier voordeel wordt genoten. Op grond van overgangsrecht blijft op conserverende aanslagen die zijn opgelegd naar aanleiding van belastbare feiten die zich hebben voorgedaan voor 15 september 2015, 15:15 uur het ‘oude’ invorderingsrecht van toepassing. Vijlbrief heeft nu een aanpassing gedaan waarmee de maatregelen van het wetsvoorstel niet gaan gelden voor conserverende aanslagen waarop het oude recht van toepassing is gebleven.

Bron: Ministerie van Financiën

Aanpassing verliesverrekening vennootschapsbelasting (vpb)

Aanpassing verliesverrekening vennootschapsbelasting (vpb)

In het Belastingplan 2021 staat onder andere een aanpassing van de verliesrekening in de vpb. Verliezen kunnen worden verrekend met de belastbare winst van het voorgaande jaar, de zogenaamde achterwaartse verliesverrekening, en met belastbare winsten van volgende jaren: de voorwaartse verliesverrekening.

Aanpassing per 1 januari 2022

De aanpassing houdt in dat:

  • de voorwaartse verliesverrekening in de tijd onbeperkt is (de voorwaartse verliesverrekeningstermijn van zes jaar vervalt);
  • de achterwaartse verliesverrekening is beperkt tot het voorgaande jaar (de achterwaartse verliesverrekeningstermijn blijft dus hetzelfde);
  • voor zover de verrekenbare verliezen meer bedragen dan € 1 miljoen, worden deze verrekend tot een bedrag van 50% van de belastbare winst nadat die winst is verminderd met een bedrag van € 1 miljoen. Verliezen tot € 1 miljoen zijn volledig te verrekenen.

De aanpassing van de verliesverrekening gaat in per 1 januari 2022. De wijzigingen gelden voor verliezen uit boekjaren, die zijn aangevangen op of na 1 januari 2013 voor zover deze verliezen worden verrekend met belastbare winsten van boekjaren, die aanvangen op of na 1 januari 2022.

Tarieven

De tarieven voor de vennootschapsbelasting 2021 zijn:

  • 15 procent over de eerste € 245.000 van de winst;
  • 25 procent over de rest.

Je leest in dit artikel de tarieven ten opzichte van 2020 en 2022.

Bron: Ministerie van Financiën

Werknemers verbieden om bij te klussen: mag dat?

Werknemers verbieden om bij te klussen: mag dat?

Een van jouw werknemers blijkt naast zijn of haar werk bij jou nog ergens anders bij te klussen. Vaak is dit geen probleem, maar misschien zit je in sommige gevallen hier niet op te wachten. Bijvoorbeeld omdat de werknemer aan de slag gaat bij de concurrent of niet meer goed kan functioneren tijdens het werken in jouw onderneming. Daarom is het belangrijk om hier duidelijke afspraken over te maken met je werknemers.  

Verbod nevenwerkzaamheden 

In een nevenwerkzaamhedenbeding (of ‘verbod’) staat vaak dat nevenwerkzaamheden, zonder schriftelijke toestemming van de werkgever, verboden zijn. Het kan ook voorkomen dat nevenwerkzaamheden wel zijn toegestaan, mits de werkzaamheden bij de werkgever niet in het gedrang komen. 

Het verbod op nevenwerkzaamheden:

  • is opgenomen in de arbeidsovereenkomst of in een stuk waarnaar de arbeidsovereenkomst verwijst; 
  • is nooit schriftelijk overeengekomen maar de nevenwerkzaamheden gaan tegen goed ‘werknemerschap’ in. 

Arbeidsovereenkomst 

Het verbod op nevenwerkzaamheden wordt meestal opgenomen in de arbeidsovereenkomst. Is er geen verbod op nevenwerkzaamheden overeengekomen in de arbeidsovereenkomst dan kan de werknemer over het algemeen gewoon de nevenactiviteiten uitvoeren.  

Goed ‘werknemerschap’ 

Goed ‘werknemerschap’ betekent dat de werknemer zich binnen de arbeidsrelatie als goede werknemer moet gedragen.

Dit houdt in dat: 

  • de werknemer niet concurreert met de werkgever via een eigen bedrijf;  
  • de werknemer niet in dienst treeft bij een directe concurrent (tijdens of voor een periode na het dienstverband); 
  • de werknemer niet zorgt voor imagoschade bij de werkgever; 
  • de werknemer niet slecht kan gaan functioneren door de nevenwerkzaamheden. 

Geheimhoudingsbeding 

Met een geheimhoudingsbeding verplicht je je werknemer om de bedrijfsgegevens geheim te houden. Bijvoorbeeld wanneer een organisatie bezig is met een overname. Werknemers kunnen een boete verwachten als zij zich niet houden aan de afspraken. Een geheimhoudingsbeding kan tijdens en na de arbeidsovereenkomst gelden. De werkgever moet wel kunnen bewijzen dat de werknemer het geheimhoudingsbeding geschonden heeft.  

Concurrentiebeding 

Liever niet dat jouw werknemer, tijdens of voor, een bepaalde periode na het contract bij jouw onderneming mag gaan werken bij een concurrent? Of hetzelfde werk mag doen vanuit een eigen bedrijf als zelfstandig ondernemer? Dan kun je je concurrentiepositie beschermen door in de arbeidsovereenkomst een concurrentiebeding 

Om na het eindigen van het dienstverband je concurrentiepositie te beschermen, kun je in de arbeidsovereenkomst een concurrentiebeding opnemen. Hierin moet duidelijk staan om welk soort werk het gaat.  

Relatiebeding 

Met een relatiebeding mogen werknemers geen relaties van hun werkgever ‘meenemen’ naar een nieuwe werkgever of het eigen bedrijf. 

Tijdelijk contract? 

Een concurrentiebeding of relatiebeding mag niet in een tijdelijk contract staan. Dit omdat het anders een dubbel nadeel meebrengt voor de werknemer. Het tijdelijke contract wordt niet verlengd én de werknemer wordt belemmerd in het vinden van een nieuwe baan. Op deze regel geldt echter wel een uitzondering. Als je werkgever kan aantonen dat er sprake is van zwaarwegend bedrijfsbelang mag er wel een concurrentiebeding in het contract staan.  

Arbeidstijdenwet 

Een werknemer kan nevenwerkzaamheden verrichten waarvan de werkgever geen weet heeft. Dat betekent dat een werkgever de Arbeidstijdenwet kan overschrijden zonder dit te (kunnen) weten en controleren.  Een werknemer die voor meerdere werkgevers arbeid verricht, is op grond van de Arbeidstijdenwet weliswaar verplicht om de werkgevers uit eigen beweging hierover de nodige inlichtingen te verstrekken, maar er zijn geen consequenties verbonden aan het niet naleven van deze informatieplicht. Wil je een boete voorkomen van de Inspectie SZW dan kan dat een goede reden zijn voor het opnemen van een nevenwerkzaamhedenbeding in de arbeidsovereenkomst. 

Ziekte 

Als een werknemer door ziekte zijn of haar werkzaamheden in jouw onderneming niet meer kan verrichten, lijkt het voor de hand te liggen dat hij ook geen nevenwerkzaamheden verricht. Dat is niet altijd het geval. Dat iemand door ziekte zijn of haar taken voor jouw onderneming niet kan verrichten, hoeft niet automatisch te betekenen dat hij daardoor ook wordt belemmerd om andere werkzaamheden te doen. Zo kan een accountmanager met een burn-out bijvoorbeeld nog wel kunst maken. De nevenwerkzaamheden mogen de re-integratie echter niet belemmeren. De werknemer moet de werkgever en bedrijfsarts wel informeren dat hij nevenwerkzaamheden uitvoert. 

Nevenwerkzaamhedenbeding na 1 augustus 2022 

In 2019 heeft de Europese Unie een Richtlijn aangenomen die bepaalt dat de wetgeving van alle lidstaten zo ingericht moet zijn dat een werkgever een werknemer niet langer mag verbieden om ‘buiten het werkrooster werkzaamheden te verrichten voor een andere werkgever’. Dit moeten de lidstaten van de Europese Unie vóór 1 augustus 2022 voor elkaar hebben.   

In de betreffende Europese richtlijn is wel de mogelijkheid opgenomen om ‘objectieve criteria’ vast te stellen op grond waarvan werknemers toch niet voor een andere werkgever mogen werken. Zoals belangenverstrengeling als jouw werknemer gaat werken bij de concurrent. 

Verlenging subsidieregeling ‘coronabanen in de zorg’

Verlenging subsidieregeling ‘coronabanen in de zorg’

De coronacrisis heeft veel gevraagd van zorgprofessionals en zorgorganisaties. De komende periode staat in het teken van inhaalzorg en het herstel van deze zorgprofessionals. Het kabinet heeft om die reden besloten de subsidieregeling Coronabanen in de Zorg te verlengen tot en met 31 december 2021. De subsidie is vanaf maandag 14 juni 2021 aan te vragen.

Welke functies?

Coronabanen zijn tijdelijke banen waarmee zorgprofessionals worden ondersteund. Alle zorgaanbieders die vallen onder de regeling kunnen subsidie aanvragen voor het invullen van één van deze ondersteunende functies:

  • Coronabaan gastvrouw
  • Coronabaan zorgassistent/zorgbuddy
  • Coronabaan ADL–ondersteuner
  • Coronabaan welzijnsassistent
  • Coronabaan zorgmedewerker
  • Coronabaan ondersteuner veiligheid

Tot nu toe 3740 coronabanen

Coronabanen zijn een initiatief van het kabinet om de cruciale sectoren zorg, onderwijs en handhaving & toezicht te ondersteunen tijdens de coronapandemie. Zorgorganisaties hebben tot nu toe voor 3740 coronabanen subsidie aangevraagd. Daarvan volgen 947 mensen een zorg- of welzijnsopleiding, wat hen klaarstoomt voor duurzaam werk in de zorg.

Aanvragen

Aanvragen voor het tweede tijdvak van de subsidieregeling coronabanen in de zorg kunnen worden ingediend van 14 juni 2021 09.00 uur tot en met 25 juni 17.00 uur. Voor het tweede tijdvak stelt het ministerie van VWS hiervoor € 40 miljoen beschikbaar.

BIK vervalt met terugwerkende kracht

BIK vervalt met terugwerkende kracht
De Baangerelateerde Investeringskorting (BIK) is op Prinsjesdag gepresenteerd als onderdeel van het Belastingplan 2021. De BIK wordt nu echter met terugwerkende kracht tot 1 januari 2021 ingetrokken. De BIK is daarmee per saldo niet ingevoerd.

Stimuleren tot investeringen

Het kabinet wilde bedrijven stimuleren om investeringen te doen als stap tot het herstel van de economie. Met de BIK als in tijdelijke regeling konden bedrijven investeren in bijvoorbeeld nieuwe machines.

Ongeoorloofde staatssteun

De aanleiding is dat de Europese Commissie de regeling mogelijk ziet als een vorm van ongeoorloofde staatssteun. Om het budget dat voor de BIK was uitgetrokken toch aan het bedrijfsleven ten goede te laten komen stelt het kabinet voor om de premie voor het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) te verlagen, waarschijnlijk per 1 augustus 2021.

Wetswijziging

Voor intrekking van de BIK is een wetswijziging nodig. Het kabinet heeft een daartoe strekkend wetsvoorstel aan de Raad van State voor advies aangeboden. Daarna zal het wetsvoorstel zo spoedig mogelijk aan het parlement worden voorgelegd.

Bron: Ministerie van Financiën

TVL startende ondernemers

TVL startende ondernemers

De TVL geldt nu ook voor ondernemers die hun bedrijf tussen 1 oktober 2019 en 30 juni 2020 hebben ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Zij kunnen vanaf 31 mei 2021 een aanvraag indienen voor de TVL startende ondernemingen.

Startersregeling TVL

De regeling geldt voor ondernemers in het mkb en zzp’ers met een vestigingsadres, dat afwijkt van het woonadres.

Om voor de startersregeling TVL in aanmerking te komen moet een ondernemer in het eerste kwartaal van 2021 30% omzetverlies hebben geleden ten opzichte van het derde kwartaal van 2020. Voor het tweede kwartaal geldt ook voor startende ondernemers de algemene TVL-regeling.

Andere voorwaarde voor de TVL voor startende ondernemers is een bedrag van ten minste € 1.500 aan vaste lasten per kwartaal. Het subsidiepercentage bedraagt 85%. Het maximale subsidiebedrag voor het eerste kwartaal is € 124.999. Bij een subsidiebedrag vanaf € 25.000 is een verklaring van een deskundige nodig bij de aanvraag. Startende ondernemingen, die deel uitmaken van een groep van ondernemingen, komen niet in aanmerking voor de regeling omdat zij niet als starter worden gezien.

Het aanvraagloket voor de TVL voor startende ondernemers is geopend van 31 mei 2021 om 09.00 uur tot 12 juli 2021 om 17.00 uur. Aanvragen doe je op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

TVL niet-startende ondernemers

Alle belangrijke data bekijken van de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) voor de niet-startende ondernemers? Die vindt je in het nieuwsartikel over de TVL van afgelopen maand. Inmiddels is de aanvraagperiode voor het eerste kwartaal gesloten voor MKB-ondernemers. De aanvraagperiode voor het tweede kwartaal opent halverwege juni.

De TVL Q1 voor grote ondernemingen is nog open tot 10 juni 17.00 uur.

Bron: Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Laten we het menselijke aspect niet vergeten

Laten we het menselijke aspect niet vergeten

‘Ik wil jullie graag bedanken, want ik heb promotie gemaakt. Wie had dat gedacht 4 jaren geleden!’.

Dit bericht kregen we van een kandidaat die we een aantal jaren geleden plaatsten bij een opdrachtgever. Ze kreeg, ondanks ze niet aan de juiste functie-eisen voldeed, toch de baan waarvoor we destijds bemiddelden. Je hoeft dus niet altijd de juiste hokjes aan te vinken om aangenomen te worden.  

Soms heb je gewoon een kans nodig om jezelf te laten zien. Helaas zien we dat dit wel steeds lastiger wordt voor sollicitanten.  

Applicant Tracking System

Veel (grote) organisaties maken steeds meer gebruik van een Applicant Tracking System (ATS). Met dit systeem wordt er een eerste automatische screening van sollicitanten uitgevoerd waardoor een selectie gemaakt kan worden in welke Cv’s er geschikt zijn voor een bepaalde functie. Dit kan veel werk schelen voor, vooral, grote bureaus die veel sollicitaties binnenkrijgen.  

In een sterk digitaliserende wereld is het niet gek dat ook het recruitmentproces steeds meer data-gedreven wordt. Dit kan het recruitmentproces professionaliseren en makkelijker maken voor de kandidaat. 

CV in de prullenbak

Maar het kan ook betekenen dat jouw CV automatisch in de prullenbak beland zonder dat er ooit een mens naar heeft gekeken. Dat is ontzettend zonde, wat de klik en de juiste instelling van de kandidaat zijn vaak de doorslaggevende factor. Ook wij kunnen binnen ons systeem Cv’s filteren en zoeken op bepaalde functie-eisen. Dit kan behulpzaam zijn maar doordat we al onze kandidaten persoonlijk proberen te spreken verliezen we het menselijke aspect nooit uit het oog.  

Positieve instelling

De kandidaat die ons het bericht stuurde was een jonge vrouw die solliciteerde naar de functie van Commercieel medewerker binnendienst bij onze opdrachtgever. 

In de vacature tekst voor deze functie werden, onder andere, de volgende functie-eisen gevraagd: 

  • HBO werk en denkniveau 
  • Werkervaring in zelfde vakgebied is een pre 
  • Kennis van verschillende talen 
  • Cijfermatig inzicht en affiniteit met de diensten van de organisatie 

De kandidaat waar we een eerste kennismakingsgesprek mee voerden voldeed aan geen enkele van deze functie-eisen en pre’s. Aan één punt in de vacature tekst voldeed ze echter wel: 

  • Een positieve levensinstelling en een doelgerichte mentaliteit 

Want die instelling en mentaliteit had ze! Na het gesprek voelden we direct dat ze geknipt was voor deze functie.  

Laten we het menselijke aspect niet vergeten

Na enig overtuigen bij onze opdrachtgever kregen we na een aantal dagen een belletje dat zij het sollicitatiegesprek daar ook als zeer positief hadden ervaren. Een tweede gesprek volgde en nog diezelfde middag kreeg onze kandidaat een contract aangeboden. Later volgde al snel een contract voor onbepaalde tijd.  

Nu, een aantal jaren later, stuurt ze ineens een berichtje via LinkedIn. Ze is inmiddels doorgegroeid tot International Sales Manager en werkt nog steeds met veel plezier bij onze opdrachtgever.   

De beste kandidaat hoeft niet altijd aan alle functie-eisen te voldoen. Het kan lonen om toch eens het gesprek aan te gaan op basis van die leuke brief, de juiste klik en de gemotiveerde instelling van de kandidaat. Laten we het menselijke aspect niet vergeten.  

Steunpakket coronacrisis ondernemers derde kwartaal 2021

Steunpakket coronacrisis ondernemers derde kwartaal 2021

Inmiddels zijn we in Nederland druk aan het vaccineren en lijkt het leven langzamerhand weer terug te gaan naar normaal. Toch zijn er nog veel onzekerheden voor, onder andere, ondernemers. Sommige van deze ondernemers hebben behoorlijk moeten interen op reserves. Het kabinet heeft daarom nu de voorstellen voor het steun- en herstelpakket in het derde kwartaal 2021 bekendgemaakt. Hierin staat, onder andere, dat de meeste regelingen worden verlengd. In een aantal regelingen zijn er wel wijzigingen doorgevoerd ten opzichte van voorgaande kwartalen.

NOW

  NOW-3 NOW-4
 Omzetverlies 20% 20%
Subsidiepercentage85%85%
 Maximum salaris 2 x maximum dagloon 2 x maximum dagloon
 Vrijstelling loonsomdaling 10% 10%
 Opslag werkgeverslasten 40% 40%

De loonsubsidie NOW wordt verlengd met drie maanden, tot en met 30 september 2021. Het maximale vergoedingspercentage blijft 85; de loonsomvrijstelling bedraagt 10% van de loonsom. Als voorwaarde om in aanmerking te komen voor de NOW-4 geldt een minimaal omzetverlies van 20%. De forfaitaire opslag bedraagt 40% en de maximale vergoeding per werknemer twee keer het maximum dagloon. De referentiemaand voor de loonsom voor de NOW-4 is februari 2021. Deze maand geeft een representatiever beeld van de huidige loonsom dan de oude referentiemaand (juni 2020).

Met ingang van de NOW-3 telt een door de ondernemer ontvangen Tegemoetkoming Vaste Lasten niet langer als omzet voor de NOW. De NOW-3 geldt voor de periode van 1 oktober 2020 tot en met 30 juni 2021.

TVL

  Tweede Kwartaal 2021 Derde kwartaal 2021
 Omzetverlies, minimaal 30% 30%
 Subsidiepercentage 100% 100%
 Maximum bedrag mkb* € 550.000 € 550.000
 Maximum grote bedrijven* € 1.200.000 € 600.000

 Overig

* maximum subsidiebedrag voor   hele steunperiode is € 1,8 miljoen

  • Minimum vergoeding € 1.500
  • Mkb en niet-mkb
  • Vaste-lastendrempel € 1.500
  • Minimum vergoeding € 1.500
  • Mkb en niet-mkb
  • Vaste-lastendrempel € 1.500

De TVL stelt ondernemers in staat om hun vaste lasten ook in een tijd met minder of zelfs geen inkomsten te betalen. Het kabinet verlengt de TVL per 1 juli 2021 met één kwartaal (TVL-3), zonder aanpassingen in de regeling. Het vergoedingspercentage blijft 100 en de omzetdervingsdrempel van 30% wordt gehandhaafd. De regeling blijft in het derde kwartaal ook openstaan voor niet-mkb bedrijven. Het maximumbedrag dat een mkb-ondernemer kan ontvangen blijft € 550.000. Voor grote bedrijven wordt dit € 600.000. In het derde kwartaal blijft het mogelijk om als referentiekwartaal voor het derde kwartaal van 2020 in plaats van voor het derde kwartaal van 2019 te kiezen. Het maximum subsidiebedrag voor grote bedrijven wordt voor het tweede kwartaal verhoogd naar € 1,2 miljoen. Bedrijven kunnen door deze verhoging al in het tweede kwartaal van 2021 het staatssteunplafond van € 1,8 miljoen bereiken, waardoor zij in het derde kwartaal geen TVL meer kunnen ontvangen. Er komt geen extra subsidieregeling voor het grootbedrijf.

Tozo

De periode, waarover Tozo kan worden aangevraagd, wordt verlengd tot 1 oktober 2021. De voorwaarden voor het recht op uitkering wijzigen niet. Wel zal meer dan voorheen de nadruk liggen op het ondersteunen, activeren en stimuleren van ondernemers zodat zij zo snel mogelijk weer op eigen benenkunnen staan.

Terugbetaling lening bedrijfskapitaal

De datum waarop zelfstandige ondernemers moeten beginnen met de terugbetaling van een Tozo-lening voor bedrijfskapitaal wordt met zes maanden uitgesteld tot 1 januari 2022. Tot die datum is geen rente verschuldigd over de lening. De termijn waarbinnen de lening moet worden terugbetaald wordt verlengd van 42 naar 60 maanden.

Terugbetalingen NOW en TVL

Voor terugbetalingen van NOW en TVL wordt een doelmatigheidsgrens ingevoerd. Bedragen onder € 500 worden niet ingevorderd. Rijksdienst voor ondernemend Nederland en UWV voeren dit in de praktijk al uit.

TONK

Ook de TONK wordt met drie maanden verlengd, tot en met het derde kwartaal van 2021. Gemeenten hebben, als uitvoerders van de TONK, beleidsvrijheid met betrekking tot het vaststellen van de draagkracht van de aanvrager. De gemeente kan zelf bepalen in welke mate het inkomen of vermogen wordt betrokken bij het beoordelen van de aanvraag.

Fiscale maatregelen

Het kabinet verlengt diverse fiscale maatregelen tot 1 oktober 2021. Het gaat om:

  1. het uitstel van administratieve verplichtingen rondom de loonheffingen;
  2. het akkoord met Duitsland en België over de belastingheffing van grenswerkers;
  3. de onbelaste reiskostenvergoeding;
  4. de vrijstelling voor een aantal Duitse netto-uitkeringen;
  5. het btw-nultarief op mondkapjes;
  6. de btw-vrijstelling voor de uitleen van zorgpersoneel;
  7. het btw-nultarief op COVID-19-vaccins en testkits; en
  8. het behoud van het recht op hypotheekrenteaftrek bij een betaalpauze.

Het tijdelijk verlaagde btw-tarief op online sportlessen loopt door voor groepslessen, totdat deze binnen weer zijn toegestaan.

Urencriterium

Vanwege de aangekondigde versoepelingen van de coronamaatregelen wordt de versoepeling van het urencriterium na 1 juli 2021 niet voortgezet. Vanaf die datum tellen enkel de daadwerkelijk aan de onderneming bestede uren.

Aflossing belastingschuld

De versoepelde regeling voor uitstel van betaling van belastingen voor ondernemers loopt op 1 juli 2021 af. Vanaf deze datum moeten ondernemers nieuwe fiscale betalingsverplichtingen op tijd voldoen. De onder de uitstelregeling opgebouwde belastingschuld moet met ingang van 1 oktober 2022 worden afgelost. Dat is een jaar later dan eerder aangekondigd. De aflossingstermijn voor deze belastingschulden wordt verlengd van 36 naar 60 maanden. Er komt geen generieke kwijtscheldingsregeling voor belastingschulden.

Invorderingsrente

Sinds 23 maart 2020 bedraagt de invorderingsrente 0,01%. Volgens het huidige beleid zou de invorderingsrente per 1 januari 2022 teruggaan naar 4%. Het kabinet kiest ervoor om per 1 januari 2022 de invorderingsrente ter verhogen naar 1%. Per 1 juli 2022 gaat de invorderingsrente naar 2%, per 1 januari 2023 naar 3%, om per 1 januari 2024 uit te komen op 4%.

Overige maatregelen

Diverse kredietgarantieregelingen worden verlengd. De BMKB-C is al verlengd tot en met 31 december 2021. De garantieregelingen KKC, GO-C en de regeling Overbruggingskredieten via Qredits worden ook verlengd tot en met 31 december 2021, in lijn met het verlengde EU-staatssteunkader.

Beëindiging Garantieregeling Herverzekering Leverancierskredieten

Per 1 juli 2021 zal de herverzekeringsovereenkomst tussen de Staat en zeven particuliere kredietverzekeraars tot een einde komen. Net als in Duitsland, Denemarken en Engeland concluderen de Nederlandse staat en de betrokken kredietverzekeraars op basis van de huidige marktinformatie dat de regeling niet langer noodzakelijk is.

Bron: Ministerie van Financiën |

200 miljoen euro voor doorstartkrediet mkb

200 miljoen euro voor doorstartkrediet mkb
Het kabinet stelt 200 miljoen euro beschikbaar voor leningen aan mkb-bedrijven die getroffen zijn door de coronacrisis. Zij kunnen in aanmerking komen voor een lening van maximaal 100.000 euro, onder gunstige voorwaarden. Dat geld kunnen ondernemers gebruiken voor herstarten, uitbreiden of aanpassen van hun bedrijfsactiviteiten. Belangrijkste voorwaarde is dat bedrijven komen tot goede afspraken met hun schuldeisers en dat het bedrijf in de kern gezond is.

Te weinig middelen herstart

Mkb-bedrijven weten tijdens de coronacrisis het hoofd vaak boven water te houden door betalingen uit te stellen en door gebruik te maken van de steunpakketten. Hierdoor is de schuldenpositie van sommige mkb-bedrijven fors opgelopen. Daardoor hebben ze geen tot weinig middelen voor herstart en krijgen ze bij traditionele kredietverstrekkers geen lening. Terwijl ondernemers wel geld nodig hebben om het bedrijf goed in de markt te zetten of om bijvoorbeeld voorraden aan te vullen. Deze lening kan ze daarbij helpen.

TOA

Het krediet is onderdeel van het Time Out Arrangement (TOA) en is bedoeld voor bedrijven met in de kern winstgevende bedrijfsactiviteiten, en die goede en bindende afspraken hebben gemaakt met hun schuldeisers. Het gaat om ondersteuning voor bedrijven die daarbij gebruik maken van de Wet homologatie onderhands akkoord.

Qredits

Qredits, de sociale kredietverstrekker, zal de aanvraag voor het TOA-krediet beoordelen en de leningen verstrekken. Ondernemers die het krediet ontvangen, krijgen van Qredits ook 12 maanden gratis coaching om hun bedrijf weer goed op de rails te krijgen. Bedrijven die aan de criteria voldoen, kunnen vanaf 1 juni aanvragen indienen.